1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-English
  4. Hebben een

Translation of "Hebben een" in English

0.010 sec.

Examples of using "Hebben een" in a sentence and their english translations:

- Ze hebben een gezin.
- Ze hebben een familie.

- They have families.
- They have a family.

- We hebben een EHBO-doos.
- Wij hebben een EHBO-doos.

We've got a first aid kit.

- We hebben een ambulance nodig.
- We hebben een ziekenwagen nodig.

We need an ambulance.

- We hebben een nieuwe buurman.
- We hebben een nieuwe buurvrouw.

- We have a new neighbor.
- We have a new neighbour.

- We hebben een goed huis.
- We hebben een fijn huis.

We have a nice house.

Hebben een positief randje.

have some positive aspect to them.

We hebben een visgat.

We've got a fishing hole!

We hebben een missie.

We've got a mission to complete.

We hebben een helikopter.

We've got ourselves a helicopter.

Ze hebben een paard.

- They have the horse.
- They have a horse.

We hebben een probleem.

We've got a problem.

We hebben een sinaasappelboom.

We have an orange tree.

We hebben een paus.

We have a Pope.

We hebben een auto.

We have a car.

We hebben een reservering.

We have a reservation.

We hebben een epidemie.

We have an epidemic.

Wij hebben een verrassing.

We have a surprise.

We hebben een gevangene.

We have a prisoner.

We hebben een tekort.

We have a deficit.

Ze hebben een tweeling.

They have twin daughters.

We hebben een website.

We have a website.

We hebben een huis.

We have a house.

We hebben een hond.

We have a dog.

Mannen hebben een adamsappel.

Men have Adam's apples.

We hebben een duivenprobleem.

We're having a problem with pigeons.

We hebben een huiszoekingsbevel.

We have a search warrant.

Ze hebben een uur.

They have one hour.

We hebben een boerderij.

We have a farm.

Jullie hebben een vraag.

- You have a question.
- You've got a question.

We hebben een vraag.

- We have a question.
- We've got a question.

We hebben een vogelbekdier.

We have a platypus.

We hebben een theorie.

We have a theory.

- Tom en Mary hebben een melkveebedrijf.
- Tom en Mary hebben een melkveehouderijbedrijf.

Tom and Mary own a dairy farm.

We hebben een visgat. Kijk.

We've got a fishing hole. [Bear] Check this out!

Ze hebben een tedere hardheid.

There is a tender hardness to them.

We hebben een verlaten winkel.

We got an abandoned store.

Oké, we hebben een vliegtuig.

Okay, we've got ourselves a plane.

Ze hebben een groot huis.

They have a large house.

Ze hebben een regering gevormd.

They created a government.

Wij hebben een kind geadopteerd.

We adopted a child.

We hebben een ufo gezien.

- We saw a flying saucer.
- We saw a UFO.

We hebben een strak schema.

We have a tight schedule.

We hebben een geweldige schoolbibliotheek.

We have a great school library.

We hebben een zandkasteel gemaakt.

We made a sand castle.

We hebben een kaart nodig.

We need a map.

Wij hebben een auto nodig.

We need a car.

We hebben een vrijwilliger nodig.

We need a volunteer.

We hebben een paar ideeën.

We have some ideas.

We hebben een pizza besteld.

We've ordered a pizza.

Jullie hebben een fout gemaakt.

- You made an error.
- You made a mistake.
- You've made a mistake.

We hebben een plan nodig.

We need a plan.

We hebben een ambulance nodig.

We need an ambulance.

We hebben een grote supermarkt.

We have a big supermarket.

Ze hebben een feest morgen.

They are having a party tomorrow.

Ze hebben een horloge gerepareerd.

They repaired a watch.

We hebben een vriend gemeen.

We have a mutual friend.

Ze hebben een ara gekocht.

They bought a macaw.

We hebben een projectgroep samengesteld.

We organized a project team.

We hebben een witte kat.

We have a white cat.

Wij hebben een antwoord nodig.

- We need a response.
- We need an answer.

We hebben een uitdaging nodig.

We need a challenge.

We hebben een auto gekocht.

We bought a car.

We hebben een groot probleem.

We've got a big problem.