1. Home
  2. Translation in context
  3. English-Dutch
  4. Age…

Translation of "Age…" in Dutch

0.019 sec.

Examples of using "Age…" in a sentence and their dutch translations:

- "Age?" "16."
- "Your age?" "16."

"Leeftijd?" "16."

"Age?" "16."

"Leeftijd?" "16."

- What is your age?
- What's your age?

- Hoe oud bent u?
- Hoe oud ben je?

- We're the same age.
- We're of an age.

We zijn even oud.

Act your age.

Gedraag je naar je leeftijd.

- They are the same age.
- They're the same age.

Ze zijn van dezelfde leeftijd.

- She is still under age.
- She's still under age.

Ze is nog minderjarig.

- She is about my age.
- She's about my age.

- Ze is ongeveer even oud als ik.
- Ze is ongeveer mijn leeftijd.

- He's the same age as I.
- He's my age.

- Hij is net zo oud als ik.
- Hij heeft dezelfde leeftijd als ik.

- What is your age?
- What's your age?
- How old are you?
- What age are you?

Hoe oud ben je?

Spirit of the age.

tijdgeest.

I'm twice your age.

Ik ben tweemaal zo oud als jij.

Old age isn't pleasant.

Ouderdom komt met gebreken.

We're the same age.

We zijn even oud.

Tom is your age.

Tom is van jouw leeftijd.

Never ask her age!

Vraag nooit hoe oud ze is!

- "Age?" "16."
- "How old are you?" "I'm sixteen."
- "Your age?" "16."

"Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."

- She is lying about her age.
- She's lying about her age.

Ze liegt over haar leeftijd.

- He is just my age.
- He's the same age as I.

Hij is net zo oud als ik.

- What is your age?
- What's your age?
- How old are you?

Hoe oud ben je?

- He looks young for his age.
- She looks young for her age.

Ze ziet er jong uit voor haar leeftijd.

- He looks good for his age.
- He's good looking for his age.

Hij ziet er goed uit voor zijn leeftijd.

- He's a contemporary of mine.
- He's the same age as I.
- He's my age.
- He is the same age as me.
- He's the same age as me.

Hij is net zo oud als ik.

- She is about my age.
- She's about the same age as me.
- She's about the same age as I am.

Ze is ongeveer even oud als ik.

- What is your age?
- What's your age?
- How old are you?
- How old are you guys?
- What age are you?

Hoe oud bent u?

I am your age, mate.

Ik ben van jouw leeftijd.

Mary lied about her age.

Mary heeft gelogen over haar leeftijd.

He is about my age.

Hij is ongeveer even oud als ik.

Try to act your age.

Probeer je naar je leeftijd te gedragen.

He lied about his age.

Hij loog over zijn leeftijd.

Twenty is a beautiful age.

Twintig is een mooie leeftijd.

I am the same age.

- Ik ben dezelfde leeftijd.
- Ik ben net zo oud.

They are the same age.

Ze zijn van dezelfde leeftijd.

He's small for his age.

Hij is klein voor zijn leeftijd.

Tom lied about his age.

Tom loog over zijn leeftijd.

Might I ask your age?

- Mag ik jouw leeftijd vragen?
- Mag ik naar je leeftijd vragen?

We gain wisdom with age.

We worden wijzer met ouder te worden.

Don't lie about your age.

Lieg niet over je leeftijd.

One gets forgetful with age.

Met de jaren wordt men vergeetachtig.

Nobody can guess her age.

Niemand kan haar leeftijd raden.

- She is still under age.
- She's still a minor.
- She's still under age.

Ze is nog minderjarig.

- We live in the atomic age.
- We are living in the atomic age.

We leven in het atoomtijdperk.

- All the boys are the same age.
- The boys are all the same age.

Al de jongens zijn even oud.

"He's the same age as me.

hij is even oud als ik;

Mr White is about my age.

Meneer White is ongeveer van mijn leeftijd.

He's quite active for his age.

Hij is behoorlijk actief voor zijn leeftijd.

Mary looks terrific for her age.

Mary ziet er geweldig uit voor haar leeftijd.

He looks good for his age.

Hij ziet er goed uit voor zijn leeftijd.

We live in the atomic age.

We leven in het atoomtijdperk.

I'd love to be your age.

Ik zou graag jouw leeftijd hebben.

He's good looking for his age.

Hij ziet er goed uit voor zijn leeftijd.

Tom looks good for his age.

Tom ziet er goed uit voor zijn leeftijd.

She looks young for her age.

Ze ziet er jong uit voor haar leeftijd.

She is lying about her age.

Ze liegt over haar leeftijd.

Mary's husband is my husband's age.

Mary's man is mijn mans leeftijd.

Tom's wife is about my age.

Toms vrouw is ongeveer van mijn leeftijd.

Turtles live to a great age.

Schildpadden kunnen een hoge leeftijd bereiken.

He looks old for his age.

Hij ziet er ouder uit dan hij is.

- He is just my age.
- He is as old as I.
- He's the same age as I.
- He is the same age as me.

Hij is net zo oud als ik.

- We are living in the age of nuclear power.
- We are living in the atomic age.

We leven in het atoomtijdperk.

And that age-old experience of stargazing.

en die eeuwenoude ervaring van naar sterren te kijken.

The Viking age was at an end.

Het Vikingtijdperk liep ten einde.

My son is small for his age.

Mijn zoon is klein voor zijn leeftijd.