Examples of using "Blood…" in a sentence and their dutch translations:
Bloed stroomt door bloedvaten.
Schenk bloed.
Wat is uw bloedgroep?
Dat is een bloedsinaasappel.
Wat is jouw bloedgroep?
Mijn bloed pompt als een gek.
- Tom braakte bloed.
- Tom heeft bloed gebraakt.
Ik ruik bloed.
Bloed is rood.
We zijn bloedbroeders.
Ik verlies bloed.
- Wat is uw bloedgroep?
- Wat is jullie bloedgroep?
- Wat is jouw bloedgroep?
- Wat is uw bloedgroep?
- Wat is jouw bloedgroep?
Het bloed stroomde uit zijn verwonding.
Zijn bloed kookt.
- Ik heb bloed opgehoest.
- Ik hoestte bloed op.
- Wat is uw bloedgroep?
- Wat is je bloedgroep?
Ze verkiest bloedappelsienen.
Je bloed is rood.
Leukocyten zijn bloedcellen.
Ik wil je bloed.
Er zal bloed vloeien.
Het is een bloedsinaasappel.
Zijn bloed is rood.
Haar bloed is rood.
Wat is bloeddruk?
Toms bloedgroep is O-positief.
Het bloed bevroor in haar aderen.
- Je kan geen bloeddonor zijn.
- U kunt geen bloeddonor zijn.
Er vloeit bloed uit de wonde.
Ik heb een hoge bloeddruk.
Bloed is dikker dan water.
Bloed vloeit in de aderen.
- Ze zijn verwant.
- Ze zijn bloedverwanten.
Heb je ooit bloed gedoneerd?
- Het bloed was felrood.
- Het bloed was helderrood.
Mijn bloedgroep is A+.
Tom heeft een bloedtransfusie nodig.
- Wat is uw bloedgroep?
- Wat is je bloedgroep?
Hij is van koninklijken bloede.
Bloed stroomt door de aderen.
Het is geen bloed. Het is biet.
De bloedzuiger zoog zijn bloed.
Tom heeft lage bloeddruk.
Het bloed stroomde uit zijn verwonding.
Tom heeft een hoge bloeddruk.
Ze zijn gefascineerd door bloed en geweld.
We willen uw bloeddruk meten.
Je bloedsuikers bewegen niet.
Ik had bloed in mijn urine.
Toms bloedgroep is O-negatief.
Het hart dient om bloed te pompen.
Elisabeth doodde Alister in koelen bloede.
- Op dat overhemd zit bloed.
- Er zit bloed op dat overhemd.
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
De vloer was bedekt met bloed.
Laat mij uw bloeddruk meten.
Waarom is mijn bloeddruk hoog?
Mijn bloed bevroor in mijn aderen.
Bloed stroomde door de afgesneden ader.
Het bloed klopt door mijn aderen.