Examples of using "Us”" in a sentence and their dutch translations:
- Kom met ons mee.
- Doe maar mee.
- Kom maar meedoen.
- Sluit je aan.
- Sluit je bij ons aan.
- Help ons.
- Help ons!
Ze helpt ons.
Vergeet ons niet!
Iedereen mocht ons.
Je hebt ons verraden.
Geef ons vrede!
Ze zullen ons helpen.
Wat ons niet doodt, maakt ons sterker.
Wat ons niet doodt, maakt ons sterker.
Doe met ons mee.
- Bel ons.
- Bel ons op.
- Bekijk ons.
- Kijk naar ons.
Volg ons!
- Laat ons!
- Verlaat ons!
Vergeef ons.
- Help ons.
- Help ons!
Op ons!
Red ons.
Kies ons!
Help ons!
Bezoek ons.
Kom met ons mee!
- Entertain ons!
- Vermaak ons!
Vergeet ons niet!
Je hebt ons verraden.
Vergeet ons niet!
Ze vertelden ons dat ze met ons mee zouden gaan.
Ze leert ons Frans.
Hij loog tegen ons.
Blijf hier bij ons.
Vertel ons erover.
Oorlog gaat ons allen aan.
Laat het zien aan ons.
Zijn toespraak beroerde ons.
- Iedereen vertrok, behalve wij.
- Iedereen ging weg behalve wij.
Tom heeft ons niets gegeven.
wij allemaal,
vergeef ons
Buiten de VS,
God verhoede ons!
Ze kennen ons.
Vertel ons iets.
Blijf bij ons.
Hoe zit het met ons?
Leid ons rond.
- Ze hebben ons gered.
- Zij hebben ons gered.
- Ze houden van ons.
- Zij houden van ons.
Jij helpt ons.
Hij helpt ons.
Zij helpen ons.
- Hij adviseert ons.
- Hij geeft ons advies.
Je hebt ons nodig.
Laat ons met rust.
- Je liet ons schrikken.
- U liet ons schrikken.
- Jullie lieten ons schrikken.
- Je hebt ons laten schrikken.
- U hebt ons laten schrikken.
- Jullie hebben ons laten schrikken.
Komt U toch bij ons langs morgen!
Hou ons op de hoogte.
Zij geeft ons de schuld.
Tom maakte ons bang.
Help ons, Tom.
- U hielp ons.
- Jij hielp ons.
- Jullie hielpen ons.
- U heeft ons geholpen.
- Jij hebt ons geholpen.
- Jullie hebben ons geholpen.
- Hij hielp ons.
- Hij heeft ons geholpen.
- Zij hielp ons.
- Zij heeft ons geholpen.
- Maria hielp ons.
- Maria heeft ons geholpen.
- Zij hielpen ons.
- Zij hebben ons geholpen.
Tom helpt ons.
Vergeet ons niet!
Ze begrijpen ons.
Ze hebben ons gevonden.
Laat ons gaan.