Translation of "Wrong'" in Dutch

- Fout.
- Fout!

Fout.

Fout!

Iets gaat niet goed.

- Ze hebben het mis.
- Ze zitten ernaast.
- Zij hebben het mis.
- Zij zitten ernaast.

- Tom heeft het mis.
- Tom heeft ongelijk.

Is er iets mis?

- Je hebt het mis.
- U vergist zich.

Ze heeft ongelijk.

Dat is helemaal verkeerd.

Is er iets mis?

Is er iets mis?

- Ze heeft ongelijk.
- Hij heeft ongelijk.

Ik had ongelijk.

Ge hebt geen ongelijk.

Wat ging er mis?

Dat klopt niet.

Verkeerd verbonden!

Je hebt het mis.

Wat gaat er niet?

Fout.

Het is verkeerd.

Ze hebben het mis.

Er is iets mis.

- Tom heeft het mis.
- Tom heeft ongelijk.

Hier klopt iets niet.

Er is iets vreselijk mis.

- Ze hebben het mis.
- Ze zitten ernaast.
- Ze hebben het fout.
- Ze vergissen zich.
- Zij hebben het mis.
- Zij zitten ernaast.

Alles wat mis kon lopen, is ook misgelopen.

Dat is helemaal verkeerd.

Wat is er nu mis?

Je hebt het mis.

Wat kan er nou misgaan?

Je doet het verkeerd.

- Uw antwoord is fout.
- Je antwoord is fout.

Stelen is verkeerd.

Had ik ongelijk?

Ze heeft ongelijk.

- Heb ik het mis?
- Heb ik het fout?

- Tom raadde het verkeerd.
- Tom heeft het verkeerd geraden.

Stelen is verkeerd.

Wat ging er mis?

- Er lijkt iets mis te zijn.
- Het lijkt of er iets scheelt.

- Waarom? Wat klopt er dan niet?
- Waarom? Wat is er dan mis?

Alles was goed.

Wat is er nu mis?

- Ik was fout.
- Ik had ongelijk.
- Ik zat verkeerd.

- Liegen is verkeerd.
- Liegen is fout.

Er ging niets mis.

Dit voelt verkeerd.

Er is iets fout gegaan.

Er was iets mis.

Alles ging fout.

- Ze vergissen zich.
- U vergist zich.

Dat was een fout.

Jullie hebben geen ongelijk.

Het kan zijn dat ik het mis heb.

Hij heeft ongelijk.

Wat is er mis met haar?

Wat is er mis met jullie?

Ik denk dat je het fout hebt.

Ik weet dat ik ongelijk heb.

- Er is hier iets heel mis.
- Hier klopt iets helemaal niet.
- Er is iets serieus fout hier.

Iets gaat niet goed.

- Tom weet dat hij verkeerd zit.
- Tom weet dat hij ongelijk heeft.

Je gaat in de verkeerde richting.

- Dat is fout.
- Het is verkeerd.

Wat kan er nog mislopen?

Ze was op de verkeerde plek op het verkeerde moment.

- Je hebt alles verkeerd begrepen.
- U hebt alles verkeerd begrepen.