Examples of using "”tänään" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben vandaag in Boston.
Het is erg winderig vandaag.
Ik ben vandaag vrij.
Het is heet vandaag.
Maar vanavond niet.
Het regent vandaag.
- Ik heb vandaag een slecht humeur.
- Vandaag heb ik een slecht humeur.
- Vandaag ben ik in een slechte bui.
- Vandaag ben ik jarig.
- Ik ben jarig vandaag.
Ik ben vandaag vrij.
Vandaag is het elf oktober.
- Ik ben vandaag vrij van werk.
- Ik heb vandaag een vrije dag.
Het is warm vandaag.
Vandaag ben ik jarig.
Ik ben vandaag in Boston.
Het is vandaag ijskoud.
Vandaag is het één september.
- Het is fris vandaag.
- Het is een beetje koud vandaag.
Het is verschrikkelijk weer vandaag.
Wat zal ik eens gaan doen vandaag?
Je ziet er gelukkig uit vandaag.
- Ge ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet wat bleekjes vandaag.
- Voelt ge u beter vandaag?
- Voel je je beter vandaag?
Vandaag is het zaterdag.
- Vandaag is het woensdag.
- Het is vandaag woensdag.
Is het vandaag vrijdag?
Je ziet er goed uit vandaag.
Het is vandaag Moederdag.
- Je ziet er vandaag beter uit.
- Jullie zien er vandaag beter uit.
- Vandaag is het maandag.
- Het is maandag.
Ik heb vandaag een ster gezien.
Ik heb vandaag een ster gezien.
Hoe gaat het vandaag met je?
- Het is vandaag zondag.
- Vandaag is het zondag.
We zijn vandaag gesloten.
Uiteindelijk zullen we elkaar vandaag ontmoeten.
Vandaag is het donderdag.
Ik ben vandaag vrij.
Wat ga je vandaag doen?
Vandaag is het kerst.
Het is heet vandaag.
Het is heet vandaag.
Het is verschrikkelijk koud vandaag.
Heb je Tom vandaag gezien?
Vandaag werk ik thuis.
Ik ben in een goed humeur vandaag.
Voelen jullie je beter vandaag?
Ik heb zin om uit te gaan vandaag.
Vandaag is het de verjaardag van een van mijn vrienden.
- Het is erg warm vandaag.
- Het is vandaag erg warm.
Vandaag heb ik veel huiswerk.
Goede beslissingen vandaag.
Vandaag is het mooi weer.
Tom is vandaag jarig.
- Ik zit vandaag met een kater.
- Ik heb vandaag een kater.
We vertrekken vanmiddag.
Tom is vandaag jarig.
Wat eten we vanavond?
De wind is vandaag koud.
Het is erg warm vandaag.
- Het is erg warm vandaag.
- Het is vandaag erg warm.
Tom is vandaag jarig.
Iedereen speelde goed in de wedstrijd van vandaag.
Tom wil zijn geld vandaag.
Tom ziet er vandaag moe uit.
Waar is Tom vandaag?
Het is best koud vandaag.
Er waren geen wolken vandaag.
Je kunt vandaag vrij nemen.
Vandaag heb ik een nieuw woord geleerd.
Ik heb vandaag geprobeerd om niet te huilen.
Vandaag is het de eerste dag van de rest van je leven.
Wat is het vandaag heet, hè?
Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel!
Ik voel mij slechter dan gisteren.
- Vandaag is het warmer dan gisteren.
- Het is vandaag warmer dan gisteren.
Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel!