Examples of using "Dame " in a sentence and their dutch translations:
Het is de koningin.
Hij begroette de dame.
Deze dame is Indiase.
Ik gaf mijn zitplaats aan de oude vrouw.
Deze vrouwelijke jachtkrabspin zoekt een partner.
- Dat is de vrouw die u wil zien.
- Dit is de vrouw die u wil zien.
Dit is de vrouw die u wil zien.
Maar de jachtkrabspin heeft een opmerkelijke vaardigheid.
...in een buitengewone, wiebelige, oude dame in een jurk.
De ogen van de dame waren gevuld met tranen.
Er verschijnt een andere jachtkrabspin. Niet die waarop hij hoopte.
De oude vrouw is dokter.
Hij doodde de oude vrouw voor de kick.
Bij schaken staat de loper dichter bij de koningin.
- De oude dame is negentig jaar oud, maar haar luciditeit is indrukwekkend.
- De oude dame is negentig jaar oud, maar ze is ongelooflijk helder van geest.
Hoewel ze zich spoedde miste de oude dame de laatste trein.
U zou toch moeten weten dat je een dame niet naar haar leeftijd vraagt.
Hoe heet die dame waarvan men de naam niet mag zeggen?
Op een eiland in de Seine staat een grote kerk genaamd Notre Dame.
De oude vrouw leent geld tegen een rentetarief van drie procent.
Denk je dat deze oude dame een familielid is van Tom? Ik vrees van niet.
Ik zou zo graag de moed hebben aan die vrouw die mijn haren knipt te kunnen zeggen dat ik niet van die pony hou.
En zo zat hij op een keer aan het eind van de middag in de tuin te eten, toen een dame met een baret rustig in zijn richting kwam om aan de tafel naast hem te gaan zitten.
Het verschil tussen een dame en een bloemenverkoopster ligt niet in hoe ze zich gedraagt, maar in hoe ze behandeld wordt.
De schaakstukken zijn: pion, paard, loper, toren, koningin en koning.