Examples of using "„freiheit“" in a sentence and their dutch translations:
Discipline is vrijheid.
Wat is vrijheid?
Mensen houden van vrijheid.
Ze vechten voor vrijheid.
Zij stierven voor de vrijheid.
Vrijheid is niet kosteloos.
Waar twijfel is, daar is vrijheid.
Duitsland is een vrij land.
Individuele vrijheid is de ziel van de democratie.
Wilde je me over vrijheid vertellen?
- Beter brood zonder boter dan taart zonder vrijheid.
- Beter goed brood zonder boter, dan zoete koek zonder vrijheid.
- Vrijheid, blijheid.
Beter brood zonder boter dan taart zonder vrijheid.
Geef me de vrijheid of geef me de dood.
Oorlog is vrede. Vrijheid is slavernij. Onwetendheid is kracht.
Beter brood zonder boter dan taart zonder vrijheid.
- Hij heeft de vrijheid om te doen wat hij correct acht.
- Hij is vrij om te doen wat hij meent dat goed is.
Vrijheid bestaat erin alles te mogen doen wat niet hinderlijk is voor anderen.
Vrijheid bestaat erin alles te mogen doen wat niet hinderlijk is voor anderen.
Het huwelijk is een loterij, waarin de mannen hun vrijheid en de vrouwen hun geluk op het spel zetten.
Ik heb geen schrik van terroristen, wel van dezen die ons angst aanjagen over terroristen om onze vrijheid in te perken.
Je kun het begrip "vrijheid" niet goed definiëren, omdat het in de loop van de geschiedenis zoveel verschillende tinten en nuances heeft aangenomen.
De massamedia debatteren over de persvrijheid, maar nooit over de kwaliteit van hun inhoud.
Over de grammatica van Esperanto merkte Claude Piron op: "Die is zeer streng en vereist discipline — we moeten maar denken aan de n-uitgang — maar hoeveel vrijheid bezorgt hij ons niet in het kader van deze strengheid!"
Daarom zeg ik jullie, de mensen van Europa, vergeet niet wie jullie zijn. Jullie zijn de erfgenamen van een strijd voor vrijheid. Jullie zijn de Duitsers, de Fransen, de Nederlanders, de Belgen, de Luxemburgers, de Italianen - en ja, de Britten - die boven de oude verdeeldheid uitstegen en Europa op de weg naar eenheid hebben brachten.