Examples of using "じゃん」" in a sentence and their dutch translations:
Je bent vroeg.
- Fantastisch!
- Geweldig!
- Dat is geweldig!
- Perfect!
- Briljant!
- Wonderbaarlijk!
- Uitstekend!
- Prima!
- Pico bello!
- Prachtig.
- Dat is prima!
- Heel goed!
Steen, papier, schaar.
- Da's niet gek!
- Gaaf!
- Cool!
- Briljant!
Het is zo duidelijk dat het een leugen is!
Dat is duidelijk een leugen.
Je bent vroeg.
Ik zei toch sorry.
Ah nee zeg, het regent.
Die rok staat je goed.
Je moet je geen zorgen maken over zo kleine dingen.
Ik zei toch sorry.
Bekijk me niet zo, of ik ga nog meer verliefd op je worden.
Je bent altijd te laat.
"Wat zie jij er moe uit, Maria." "Ja, ik keek zo uit naar vandaag dat ik niet goed heb kunnen slapen. Maar het gaat wel."
"Het lijkt me wel leuk om Frans te leren, maar is het niet moeilijk?" "Helemaal niet, het is 100 keer makkelijker dan Engels!" "Echt waar?'' "Nou, voor mij tenminste." "Maar dat is omdat het je moedertaal is."
- Hoe moet ik dat weten?
- Weet ik veel!