Examples of using "そんなこと" in a sentence and their dutch translations:
Zeg dat niet.
Dat is niet waar.
Zeg dat niet.
- Oh, kom op.
- Oh, komaan.
Dat is makkelijk voor jou om te zeggen.
Maak u geen zorgen om zoiets.
Waarom heb je dit gedaan?
Dat heb ik niet gezegd.
Waarom zeg je dat?
- Wie zei dat?
- Wie heeft dat gezegd?
Je hoeft je geen zorgen te maken over zoiets.
Zelfs een kind kan zoiets doen.
- Stop met dat te zeggen!
- Hou op met dat te zeggen!
- Dat mag niet.
- Dat mag je niet doen.
- Dat kan je niet doen.
- Dat kunnen jullie niet doen.
- Dat mogen jullie niet doen.
- Blijkbaar niet!
- Klaarblijkelijk niet!
Wat is dit?
En waarom heb ik dat gedaan?
Bemoei je met je eigen zaken.
Het is onbeleefd om zoiets te zeggen!
Dat weet toch iedereen.
Is zoiets mogelijk?
Als ik jou was, zou ik zoiets niet doen.
Je hoeft je geen zorgen te maken over zoiets.
Het kan me geen barst schelen.
Dat zal niet gebeuren.
Daar heb ik nog nooit van gehoord.
Hoe wil je dat doen dan?
Tom heeft dat niet gezegd hoor.
Zelfs een kind kan zoiets doen.
Dat kan niet waar zijn.
Ik kan me niet herinneren dat gedaan te hebben.
Zo iets doen, zou onproductief zijn.
Je hoeft je geen zorgen te maken over zoiets.
Geef mij één reden om zoiets te doen.
- Je hoeft je niet zorgen te maken over zoiets.
- Jij hoeft je niet zorgen te maken over zoiets.
- Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.
- Jij hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.
Dat kan niet waar zijn.
Jane kan zoiets niet gezegd hebben.
Hoe moet ik dat weten?
Dat is onder zijn niveau om zoiets te zeggen.
De leraar kan zoiets niet gezegd hebben.
Een wijs man zegt zo iets niet.
Een Japanner zou zoiets niet doen.
Hoe durf je zoiets zeggen?
Hoe durf je zoiets tegen me te zeggen?
Dat kan niet waar zijn.
Waarom zeg je dat?
Het is beneden haar waardigheid om zoiets te zeggen.
Hij moet dom zijn om dat te doen.
Hij is een heer. Hij kan zoiets niet gezegd hebben.
Denk je dat zoiets mogelijk is?
Een Japanner zou zoiets niet gezegd hebben.
Is ze zo dom, dat ze dat gelooft?
Dat soort dingen moet je niet zeggen als er kinderen in de buurt zijn.
- Waarom heb je dit gedaan?
- Waarom deed je dat?
Ik ga liever dood dan dat ik zoiets zou doen.
Wie heeft je dat gezegd?
Ik ga liever dood dan dat ik zoiets zou doen.
- Dat zou een Japanner nooit doen.
- Een Japanner zou zoiets nooit doen.
Waarom heb je dat in vredesnaam gedaan?
- Dat spreekt vanzelf.
- Het spreekt voor zich!
Als ik in uw plaats was, zou ik zo iets niet doen.
Ze vraagt hoe dat kan.
Dit is volledig onmogelijk.
Terwijl ik over dat soort zaken nadacht, keek ik weer naar "Duck Soup"
Je bent oud genoeg om beter te weten dan je zo te gedragen.
Dat zal je in gevaar brengen.
Je had het niet moeten doen zonder mijn toestemming.
Dat kan niet waar zijn.
Dat dacht ik dus ook.
Zelfs als het waar is, doet het er nauwelijks toe.
Dat kan niet waar zijn.
Dat zou ik niet doen als ik jou was.
- Iedereen kan dat doen.
- Om het even wie kan dat doen.
- Dat kan iedereen doen.
- Dat kan om het even wie doen.
Waarom heb je zoiets gezegd?
Dat zou ik niet doen als ik jou was.
Iedereen weet dat.
Waarom heeft ze dat gedaan?
Steek je neus niet in andermans zaken.