Translation of "父さん" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "父さん" in a sentence and their dutch translations:

いやだ、父さん!

Nee, papa.

父さん台所にいる?

Is pap in de keuken?

お父さん、UFO! UFOだよ!

Paps, kijk, een ufo! Ja, het is een ufo!

- あなたのお父さんは何歳ですか。
- きみのお父さんて何歳?

Hoe oud is je vader?

お父さん、何してるの?

Papa, wat doe jij daar?

- あなたのお父さんは何歳ですか。
- あなたのお父さんはおいくつですか。
- きみのお父さんて何歳?
- あなたがたのお父さんは何歳ですか?

Hoe oud is je vader?

お父さんは入浴中です。

- Papa zit in bad.
- Papa is aan het baden.

お父さんは医者ですか?

- Is je vader dokter?
- Is jullie vader een dokter?

きみのお父さんて何歳?

Hoe oud is je vader?

お父さんはお元気ですか?

Hoe gaat het met je vader?

お父さん、何をしているの。

- Wat ben je aan het doen, papa?
- Vader, wat doe je?

彼はお父さんより背が高い。

Hij is groter dan zijn vader.

彼のお父さんは日本人です。

- Zijn vader is Japans.
- Zijn vader is Japanner.

- お父さんの職業はなんですか。
- あなたの父さんは何をしていますか。
- あなたのお父さんはどんな仕事をしてるの?
- あなたのお父さんの仕事は何ですか。
- 君のお父さんは何の仕事をしていますか?
- お父様は何をなさっているんですか?
- キミの父さん何の仕事してるの?

- Wat doet je vader?
- Wat doet jullie vader?

- 私は昨日君のお父さんに会った。
- 私は昨日あなたのお父さんに会いました。

- Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vader gisteren ontmoet.
- Ik heb jullie vader gisteren ontmoet.

- 父上、何をしておられるのか。
- お父さん、何をしているの。
- お父さん、何してるの?

- Wat doe je, papa?
- Wat ben je aan het doen, papa?

彼のお父さんはゴルフをしません。

Zijn vader speelt geen golf.

お父さんがマジシャンの友達がいるよ。

Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.

あなたのお父さんは背が高い。

- Je vader is groot.
- Jullie vader is groot.
- Uw vader is groot.

叔父さんは若くないが健康です。

Mijn oom is niet jong, maar hij is wel gezond.

この事はお父さんに言わないで。

Vertel het niet tegen papa.

どちらの車がお父さんのですか。

Welke auto is van je vader?

私は君のお父さんを知っている。

- Ik ken je vader.
- Ik ken jullie vader.
- Ik ken uw vader.

あなたのお父さんは何歳ですか。

Hoe oud is je vader?

お父さんと一緒に住んでいます。

- Ik woon bij mijn vader.
- Ik woon bij m'n pa.

私は昨日君のお父さんに会った。

- Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vader gisteren ontmoet.
- Ik heb jullie vader gisteren ontmoet.

今日は父さんはそわそわしている。

- Papa is ongeduldig vandaag.
- Papa is vandaag ongeduldig.

お父さんは僕にカメラを買ってくれた。

Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.

お父さんがバスルームでひげを剃っている。

Vader is zich aan het scheren in de badkamer.

彼のお父さんはお医者さんですか。

Is zijn vader arts?

あなたの父さんは何をしていますか。

Wat doet je vader?

彼は、お父さんのビジネスを引き継ぎました。

Hij heeft het bedrijf van zijn vader overgenomen.

私は君のお父さんをよく知っている。

- Ik ken jouw vader zeer goed.
- Ik ken je vader heel goed.

あなたのお父さんはどこにいますか。

Waar is je vader?

- 幸いにして、ディックのお父さんは戦死をまぬがれました。
- 幸いディックのお父さんは戦死を免れました。

Gelukkig is Dicks vader niet in de oorlog gedood.

サンタさんって本当はお父さんなんでしょ?

De Kerstman is eigenlijk gewoon jouw vader, nietwaar?

- これは父の物です。
- これは父さんのです。

Dit is van mijn vader.

- 明日、父が帰る。
- 明日お父さんが帰ります。

Papa komt morgen thuis.

- 彼は私の父です。
- この人はお父さんです。

Hij is mijn vader.

お父さんを困らせるのはおよしなさい。

- Hou op met uw vader te storen.
- Stop met je vader lastig te vallen.
- Hou op met je vader te storen.

彼のお父さんは外国で死んだのだそうだ。

- Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.
- Men zegt dat zijn vader overleden is in een vreemd land.

君のお父さんは何の仕事をしていますか?

- Wat doet je vader?
- Wat doet jullie vader?

ごめんね 父さん 子供の頃はそれが嫌でした

Maar - sorry, papa - als kind haatte ik hem hiervoor.

ケンの伯父さんは大きな養鶏場をもっている。

Ken's oom heeft een grote kippenboerderij.

あなたはお父さんの手伝いをした方がよい。

Je moet je vader helpen.

あなたのお父さんはとても背が高いですね。

Je vader is behoorlijk groot.

トムって私のお父さんにどことなく似てるの。

Tom lijkt een beetje op mijn vader.

- 父は頭がはげてきている。
- うちのお父さん、髪が薄くなってきてるんだ。
- うちのお父さん、ハゲてきちゃったんだ。

Mijn vader wordt kaal.

- おじさんは、君に、おじさんの車を運転させましたか。
- 君の叔父さんは、君に叔父さんの車を運転させてくれたの?

Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?

彼は僕と父さんとの諍いを知らないみたいだ。

Hij lijkt zich niet bewust van het conflict tussen mijn vader en mij.

私には、お父さんが獣医をしている友達がいる。

Ik heb een vriend wiens vader dierenarts is.

お父さんが帰ってきたとき、私はテレビを見ていた。

Toen mijn vader thuiskwam, keek ik tv.

息子さんはあなたのお父さんに生き写しですね。

Je zoon is bijna een kopie van je vader.

彼女のお父さんは先週、お亡くなりになりました。

Haar vader is vorige week overleden.

ポーラは台所でお父さんを手伝わなければなりません。

Paula moet haar vader in de keuken helpen.

- 彼はお父さんより背が高い。
- 彼は父親より背が高い。

Hij is groter dan zijn vader.

彼が、お父さんのことを誇りにしているのも当然だ。

Hij kan trots zijn op zijn vader.

- お父さんにそっくりだね。
- お父様にそっくりですね。

Je bent net als jouw vader.

先週からずっと忙しいお父さんは文句を言っている。

Mijn vader is aan het klagen; hij is constant bezig geweest sinds vorige week.

- 彼はお父さんに似ています。
- 彼は父親によく似ていた。

Hij lijkt op zijn vader.

君のお父さんが言う事なんて気にしないでいいのさ。

Schenk geen aandacht aan wat je vader zegt.

私はお父さんが弁護士である女の子を知っています。

Ik ken een meisje van wie de vader advocaat is.

あなたのお父さんが何処に行ったか知っていますか。

Weet u waar uw vader heen is gegaan?

- 彼は父さんほど背が高くない。
- 彼は父親ほど背が高くない。

Hij is niet zo groot als zijn vader.

- 父はレストランを経営している。
- お父さんはレストランを経営しているのよ。

Mijn vader runt een restaurant.

- 父は新しい車を買いました。
- 父さんが新しい車を買ったんだ。

Mijn vader heeft een nieuwe auto gekocht.

マイケル、ここがあなたのお父さんと私が最初のデートしたところなのよ。

Michael, dit is het restaurant waar uw vader en ik onze eerste afspraak hadden.

- 彼は彼のお父さんと同じぐらいの背の高さである。
- 彼は彼のおとうさんと同じくらいの背の高さがある。
- 彼はお父さんと同じぐらいの背丈だ。
- 彼はお父さんと同じくらいの背の高さである。
- その子は父親と背の高さが同じである。

Hij is zo groot als zijn vader.

もし今彼のお父さんがいなければ、彼は貧乏していることだろう。

Als zijn vader er niet was, zou hij nu arm geweest zijn.

お父さんは休む必要があります彼は3時間も庭で働いています。

Pa moet nodig een pauze nemen. Hij is al drie uur in de tuin bezig.

- 父ちゃんと一緒に住んでるんだ。
- お父さんと一緒に住んでいます。

Ik woon bij m'n pa.

- 彼はお父さんの時計をなくしてしまった。
- 彼は父の時計を遺失した。

- Hij is het horloge van zijn vader verloren.
- Hij heeft het horloge van zijn vader verloren.

ジョージ叔父さんは、家へ来る時はきっと何かお土産を持って来てくれました。

Oom George bezocht ons nooit zonder een of ander cadeau.

- 私には父親が手品師をしている友人がいます。
- お父さんがマジシャンの友達がいるよ。

Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.

- 彼の父は医者ですか。
- 彼のお父さんはお医者さんですか。
- 彼の父親は医者ですか。

Is zijn vader dokter?

- 私には、お父さんが獣医をしている友達がいる。
- 私には父親が獣医の友達がいる。

Ik heb een vriend wiens vader dierenarts is.

- 父を見かけませんでしたか?
- うちのお父さん見なかった?
- 私の父を見てませんか?

Heb je mijn vader gezien?

More Words: