Examples of using "父さん" in a sentence and their dutch translations:
Nee, papa.
Is pap in de keuken?
Paps, kijk, een ufo! Ja, het is een ufo!
Hoe oud is je vader?
Papa, wat doe jij daar?
Hoe oud is je vader?
- Papa zit in bad.
- Papa is aan het baden.
- Is je vader dokter?
- Is jullie vader een dokter?
Hoe oud is je vader?
Hoe gaat het met je vader?
- Wat ben je aan het doen, papa?
- Vader, wat doe je?
Hij is groter dan zijn vader.
- Zijn vader is Japans.
- Zijn vader is Japanner.
- Wat doet je vader?
- Wat doet jullie vader?
- Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vader gisteren ontmoet.
- Ik heb jullie vader gisteren ontmoet.
- Wat doe je, papa?
- Wat ben je aan het doen, papa?
Zijn vader speelt geen golf.
Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.
- Je vader is groot.
- Jullie vader is groot.
- Uw vader is groot.
Mijn oom is niet jong, maar hij is wel gezond.
Vertel het niet tegen papa.
Welke auto is van je vader?
- Ik ken je vader.
- Ik ken jullie vader.
- Ik ken uw vader.
Hoe oud is je vader?
- Ik woon bij mijn vader.
- Ik woon bij m'n pa.
- Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vader gisteren ontmoet.
- Ik heb jullie vader gisteren ontmoet.
- Papa is ongeduldig vandaag.
- Papa is vandaag ongeduldig.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
Vader is zich aan het scheren in de badkamer.
Is zijn vader arts?
Wat doet je vader?
Hij heeft het bedrijf van zijn vader overgenomen.
- Ik ken jouw vader zeer goed.
- Ik ken je vader heel goed.
Waar is je vader?
Gelukkig is Dicks vader niet in de oorlog gedood.
De Kerstman is eigenlijk gewoon jouw vader, nietwaar?
Dit is van mijn vader.
Papa komt morgen thuis.
Hij is mijn vader.
- Hou op met uw vader te storen.
- Stop met je vader lastig te vallen.
- Hou op met je vader te storen.
- Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.
- Men zegt dat zijn vader overleden is in een vreemd land.
- Wat doet je vader?
- Wat doet jullie vader?
Maar - sorry, papa - als kind haatte ik hem hiervoor.
Ken's oom heeft een grote kippenboerderij.
Je moet je vader helpen.
Je vader is behoorlijk groot.
Tom lijkt een beetje op mijn vader.
Mijn vader wordt kaal.
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
Hij lijkt zich niet bewust van het conflict tussen mijn vader en mij.
Ik heb een vriend wiens vader dierenarts is.
Toen mijn vader thuiskwam, keek ik tv.
Je zoon is bijna een kopie van je vader.
Haar vader is vorige week overleden.
Paula moet haar vader in de keuken helpen.
Hij is groter dan zijn vader.
Hij kan trots zijn op zijn vader.
Je bent net als jouw vader.
Mijn vader is aan het klagen; hij is constant bezig geweest sinds vorige week.
Hij lijkt op zijn vader.
Schenk geen aandacht aan wat je vader zegt.
Ik ken een meisje van wie de vader advocaat is.
Weet u waar uw vader heen is gegaan?
Hij is niet zo groot als zijn vader.
Mijn vader runt een restaurant.
Mijn vader heeft een nieuwe auto gekocht.
Michael, dit is het restaurant waar uw vader en ik onze eerste afspraak hadden.
Hij is zo groot als zijn vader.
Als zijn vader er niet was, zou hij nu arm geweest zijn.
Pa moet nodig een pauze nemen. Hij is al drie uur in de tuin bezig.
Ik woon bij m'n pa.
- Hij is het horloge van zijn vader verloren.
- Hij heeft het horloge van zijn vader verloren.
Oom George bezocht ons nooit zonder een of ander cadeau.
Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.
Is zijn vader dokter?
Ik heb een vriend wiens vader dierenarts is.
Heb je mijn vader gezien?