Examples of using "„czy" in a sentence and their dutch translations:
Honger?
Tegen wil en dank.
Het doet er niet toe of hij komt of niet.
Is dit een hengst of een merrie?
Is het een wijfje of een mannetje?
Ik weet niet of hij komt of niet.
Vond je de film leuk?
Ik weet niet of ik moet lachen of wenen.
Is het een jongen of een meisje?
Heb je appels?
- Heb je Tom neergeschoten?
- Heeft u Tom neergeschoten?
- Hebben jullie Tom neergeschoten?
Woon je alleen?
- Ben jij vegetariër?
- Bent u vegetariër?
Ik weet niet of hij komt of niet.
Is Tom Amerikaans of Canadees?
Is dat een kat of een hond?
Is het lekker?
Is hij gearriveerd?
Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.
Ik weet niet of je haar leuk vindt.
Is dit liefde?
Is het heet?
Heb ik het mis?
De vraag is of hij de brief zal lezen of niet.
Heeft u een telefoon?
Weet gij of Lucy Japans spreekt?
Is het genoeg?
- Vist u?
- Vissen jullie?
- Kan ik binnenkomen?
- Mag ik binnenkomen?
- Is ze Japans?
- Is hij Japans?
- Bent u Japans?
Wil je eten?
- Kan ik u helpen?
- Kan ik je helpen?
- Kan ik jullie helpen?
Zijn ze nieuw?
Mag ik binnenkomen?
Heeft u al gekozen?
Ik weet niet of Tom een fiets heeft of niet.
Spreekt hij Engels, Frans of Duits?
Heb je ooit eens alcohol gedronken?
Kan Tom koken?
- Ben ik jouw vriend?
- Ben ik uw vriend?
- Ben ik jullie vriend?
Heeft u tijd?
- Voel je je schuldig?
- Voelen jullie je schuldig?
- Voelt u zich schuldig?
- Ben je doof of zo?
- Ben jij doof of zo?
Het was niet duidelijk of ze gedaan hadden of niet.
- Wil je weg?
- Wil je gaan?
- Willen jullie gaan?
- Wilt u gaan?
Zit de kat op of onder de stoel?
Vechten of drijven?
Zeeslakken... ...of darmwier?
Vechten of drijven?
"Ben jij flexibel?"
"Ben jij flexibel?"
Of oversteken?
Helikopter of vliegtuig?
Helikopter of vliegtuig?
Begrijp je het nu?
Ga je of blijf je?
- Hebt u een pen?
- Hebt u een balpen?
- Heb je een pen?
- Heeft u een pen?
- Hebben jullie een pen?
Ben je bezig?
Houd jij een dagboek bij?
Heb jij er een?
Hou je van vis?
Zing je graag?
- Mag ik een hapje?
- Kan ik een hapje nemen?
Reist u veel?
Is zij getrouwd?
- Zal hij sterven?
- Zal zij sterven?
- Gaat hij dood?
- Gaat zij dood?
Hou je van muziek?
Is dat een raadsel?
Zal de politie komen?
Is dat ver?
- Heb je een auto?
- Hebben jullie een auto?
Weet je het zeker?
Ja of neen?
Is het ontbijt klaar?
Weet je nog?
Is zij tevreden?
- Doet het pijn?
- Doet dat pijn?
Droom ik?
- Heb je een alibi?
- Hebben jullie een alibi?
- Heeft u een alibi?
- Heb je Tom vermoord?
- Heeft u Tom vermoord?
- Hebben jullie Tom vermoord?
- Heb je Tom gedood?
- Heeft u Tom gedood?
- Hebben jullie Tom gedood?
Heeft Tom gebeld?
Zal Tom sterven?
Dromen katten?
Wil je spelen?
Is dit een droom?
- Is dat zo?
- Is dat waar?
Heb je een kopie?
Ben je verlegen?
- Is Tom teruggegaan?
- Is Tom al terug?
Hou je van verrassingen?
- Zijn jullie nieuwsgierig?
- Ben je benieuwd?
- Ben je nieuwsgierig?
- Kijk je tv?
- Kijkt u tv?
- Kijken jullie tv?