Examples of using "„jestem" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben.
- Ik ben veganist.
- Ik ben een veganist.
- Ik ben met pensioen.
- Ik ben gepensioneerd.
- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.
Ik ben Japanner.
- Ik ben student.
- Ik ben een student.
- Ik ben vegetariër.
- Ik eet geen vlees.
- Ik eet liever geen vlees, ik ben vegetariër.
Ik ben een journalist.
Ik ben slim.
Ik ben bezig.
- Ik ben een tennisspeler.
- Ik ben een tennisser.
Ik ben een man.
Ik weet het zeker.
Ik ben een alleseter.
- Ik weet het zeker.
- Ik ben er zeker van.
- Ik ben verkouden.
- Ik heb een verkoudheid te pakken.
Ik word bemind.
Ik ben opgewonden.
- Ik ben Turkse.
- Ik ben Turk.
- Ik ben direct.
- Ik ben rechtuit.
Ik ben verlegen.
Ik ben moe.
- Ik ben gelukkig.
- Ik ben blij.
- Ik ben getrouwd.
- Ik ben gehuwd.
Ik ben.
Ik ben werkloos.
Ben ik verliefd?
- Ik ben ook leraar.
- Ook ik ben leraar.
Als ik bij je ben, ben ik gelukkig.
Ik heb altijd honger.
- Ik ben niet slaperig.
- Ik heb geen slaap.
Ik ben te klein.
Ik ben de weg kwijt.
- Ik ben altijd blij.
- Ik ben altijd gelukkig.
- Ik ben erg benieuwd.
- Ik ben erg nieuwsgierig.
Ik heb genoeg.
Ik ben heel moe.
Ik ben niet doof.
Ik ben geen student.
Ik ben erg verlegen.
Ik ben niet kort.
- Ik ben niet getrouwd.
- Ik ben ongehuwd.
Ik ben niet vrij.
Ik ben een planetaire wetenschapper
Ik ben een neurochirurg
Ik ben artiest.
Ik identificeer mezelf als homoseksuele man.
Ik ben kleurenblind.
Ik ben eenzaam.
Ik ben lui.
Ik ben bekaf.
Ik ben een held.
- Ik ben slaperig!
- Ik ben moe!
Ik ben Chinees.
- Ik ben een verliezer.
- Ik ben een mislukkeling.
Ik ben dronken.
Ik ben linkshandig.
Ik ben Koreaan.
- Ik heb bloedarmoede.
- Ik heb anemie.
Ik ben bedroefd.
- Ik ben student.
- Ik ben een student.
Ik ben gezond.
Ik ben een zakenman.
Ik ben klaar.
Ik heb honger.
Ik weet het zeker.
Ik ben een jongen.
Ik ben rechtshandig.
Ik ben oud.
Ik ben daar.
Ik ben cool.
Ik ben Fins.
Ik ben een hond.
Ik ben lang.
Ik ben een vrouw.
Ik ben Fransman.
Ik ben een muzikant.
Ik ben vrij!
Ik ben ondernemer.
Ik ben een man.
Ik ben verslaafd.
Ik ben moslim.
Ik ben voorzichtig.
Ik ben arm.