Examples of using "Богу" in a sentence and their dutch translations:
Godzijdank.
Godzijdank dat het voorbij is.
Alleen God weet het.
Godzijdank ben ik atheïst.
Godzijdank.
Ze hebben een geit geslacht als offer voor God.
Hij bad tot God, dat die mij zou zegenen.
Ik denk: Ze is veilig. Ze zit onder de rots.
Gelukkig zat ze diep in die spleet.
Volgens het Bijbelverhaal had God zes dagen nodig om de wereld te maken.
Regen, regen, ga weg. Kom een andere dag maar terug.