Examples of using "Утром" in a sentence and their dutch translations:
- Kom morgenochtend.
- Kom morgenvroeg.
Hebt ge ontbeten deze morgen?
Tom overleed vanmorgen.
Wat is er vanmorgen gebeurd?
Hebt ge ontbeten deze morgen?
Tot morgenochtend!
Ben je morgenochtend vrij?
Vanochtend was er dauw.
Tom overleed vanmorgen.
Tot morgenochtend!
- Kom morgenochtend.
- Kom morgenvroeg.
- Kom morgenochtend.
- Kom morgenvroeg.
- Deze morgen was het bitter koud.
- Vanmorgen was het heel koud.
Heb je de hond eten gegeven vanmorgen?
- Deze morgen was het bitter koud.
- Vanmorgen was het heel koud.
Ik zie haar morgenvroeg.
- Deze morgen was het bitter koud.
- Vanmorgen was het heel koud.
Het was heel koud gisterochtend.
Wat heb je vanochtend gedaan?
's Morgens begonnen de vogeltjes te fluiten.
- Heb je de regenboog vanmorgen gezien?
- Heeft u de regenboog vanmorgen gezien?
- Hebben jullie de regenboog vanmorgen gezien?
Wat was je vanochtend aan het doen?
We vertrekken morgenochtend vroeg.
Tom heeft Mary vanochtend gebeld.
Gistermorgen heb ik een wafel gegeten.
Heb je mij gisterochtend gebeld?
Wanneer ben je vanmorgen wakker geworden?
Laten we morgenochtend vertrekken.
Hij kwam 's ochtends vroeg.
Het is erg koud deze morgen.
's Ochtends was het erg koud.
Deze morgen was er een aardbeving.
Hebt ge ontbeten deze morgen?
- Hij heeft zich overslapen deze morgen.
- Hij heeft zich vanmorgen verslapen.
Vanochtend was er dauw.
Tom heeft zich vanochtend verslapen.
Ik zal 's morgens thuis zijn.
De oude man overleed vanmorgen.
Hij heeft zichzelf vanmorgen doodgeschoten.
Hebt ge ontbeten deze morgen?
Tom staat 's ochtends vroeg op.
Het was erg koud vanochtend.
- Heb je hem vanmorgen op het station gezien?
- Heeft u hem vanmorgen op het station gezien?
- Hebben jullie hem vanmorgen op het station gezien?
Ik ben deze morgen naar het park geweest.
Hoe laat ben je vanmorgen opgestaan?
- Ik ben deze morgen naar de kerk gegaan.
- Vanmorgen ging ik naar de kerk.
Mijn wekker ging vanmorgen niet af.
Het was heel koud gisterochtend.
Het was minus tien vanmorgen.
Ik heb hem vanmorgen gebeld.
De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was.
Ik zie je morgenochtend om negen uur.
Mag ik 's ochtends een douche nemen?
Gistermorgen heb ik een wafel gegeten.
Wat was je vanochtend aan het doen?
Vogels worden gewoonlijk vroeg in de morgen wakker.
- Ik ben vanmorgen laat opgestaan.
- Ik ben vanochtend laat opgestaan.
Vanmorgen is ze gaan paardrijden.
Vanmorgen was het heel koud.
Laten we 's morgens vroeg starten, OK?
Ik hou niet van vergaderingen vroeg in de morgen.
Goedemorgen!
- Wat heb je vanochtend gedaan?
- Wat was je vanochtend aan het doen?
Vanmorgen was Tom de laatste die aankwam.
- We verlaten Japan morgenvoormiddag.
- We verlaten Japan morgen vroeg.
Vanochtend bracht de postbode een pakket.
Bel mij zeker morgen vroeg op.
De raket werd vanochtend gelanceerd.
Tom stierf maandagmorgen.
Hij werd vanochtend vroeg wakker.
Zij werd vanochtend vroeg wakker.
Heb je mij gisterochtend gebeld?
Ze was er deze morgen bij.
Heb je de hond eten gegeven vanmorgen?
Deze morgen heb ik mijn bus gemist.
Ik werd vanmorgen om half zeven wakker.
Laten we gaan slapen en morgen verder zoeken.
Ik had veel post vanmorgen.