Examples of using "Ушёл" in a sentence and their dutch translations:
Hij is vertrokken.
Hij was al weg.
Hoelang geleden is Tom vertrokken?
Is hij al weg?
Tom ging meteen weg.
Is Tom samen met Mary weggegaan?
Tom begon zich te vervelen en is weggegaan.
Tom vertrok met lege handen.
hij ging een drankje halen,
Hij is net weggegaan.
Tom is net vertrokken.
- Hij gaf het op.
- Hij nam ontslag.
- Hij trad af.
Tom is weggegaan.
Tom is weg.
- Ik nam ontslag.
- Ik heb ontslag genomen.
- Hij vertrok.
- Hij ging weg.
Razvan is net vertrokken.
Hij ging weg zonder afscheid te nemen.
De trein vertrok op tijd.
Tom verontschuldigde zich en ging weg.
De laatste trein is al weg.
Een kalf ging weg, een rund kwam weer.
Tom trad af.
- Hij is vertrokken.
- Hij is weg.
Tom verliet het restaurant.
Het spijt me, Tom is al vertrokken.
Ik heb het feestje te vroeg verlaten.
Nee, hij is al gaan eten.
De student vertrok zonder iets te zeggen.
Ik vermoed dat hij naar huis is.
Hij ging weg zonder iets te zeggen.
Tom is gaan skiën.
Tom is een paar minuten geleden vertrokken.
- Ik ging halverwege de film weg.
- Ik vertrok halverwege de film.
Tom werd het wachten beu en vertrok.
Ik ging weg nadat Tom wegging.
Ik ben hier weg.
Ik ben niet ontslagen. Ik heb mijn ontslag gegeven.
Hij is al weg.
Hij nam afscheid van ons, en vertrok.
De man verliet het restaurant zonder te betalen.
Weet iemand hier waar Tom heen is?
Hij vertrok ongeveer tien minuten geleden.
Tom is weg zonder mij het te zeggen.
Niemand ging weg.
Ik heb het feestje te vroeg verlaten.
Hij ging weg zonder iets te zeggen.
Ik ging naar huis.
Ik zou vertrekken.
Als ik jou was, zou ik zijn weggegaan.
Tom zou weggaan.
Ik kan Tom niet vinden. Is hij al weg?
Mijnheer Hobson sloot de winkel en ging naar huis.
Ik dacht dat Tom weg was bij Mary.
Ik kan Tom niet vinden. Is hij al weg?
Tom heeft mij verlaten.
Tom heeft Maria in de steek gelaten.
Tom ging rond 2:30 's nachts weg.
Wil je dat ik wegga?
Wil je dat ik wegga?
- Opa is met pensioen gegaan omdat hij oud aan het worden is.
- Grootvader is met pensioen gegaan omdat hij oud wordt.
Hij is een uur geleden weggegaan.
De laatste trein is al weg.
Hij is net weggegaan.
Ik vertrok.
Tom is naar de kapper gegaan maar hij zou spoedig moeten weer zijn.
Toen hij aankwam, reed de bus net weg.
De bus is net vertrokken.
John heeft dit bedrijf verlaten en is zijn eigen zaak begonnen.
Zeg hem dat hij moet vertrekken.
Ik begrijp niet waarom hij zo opeens wegging.
Onopgemerkt verliet hij de vergadering.
Hij vertrok vroeg; anders zou hij de trein niet hebben gehaald.
Ik ging naar huis.
Wil je dat ik wegga?
Hij vertrok ongeveer tien minuten geleden.
- Tom verliet Maria.
- Tom heeft Maria verlaten.
Tom heeft mij verlaten.
Welke richting is hij uitgegaan?
Wil je echt dat ik ga?
Maar toen ik undercover ging, vond ik allerlei kleurrijke figuren,
Weet je dan niet dat hij twee jaar geleden overleden is?
Toen ik aankwam bij de halte, was de bus al vertrokken.
Hij overhandigde mij de brief, en ging weg.
- De bus is juist vertrokken.
- De bus is net vertrokken.
Wanneer ben je gegaan?
Ik ben zo blij dat Tom weg is.
Hij is net weggegaan.
Ik ging naar huis.
Ik weet niet waarom Tom is weggegaan.
Het is mosterd na de maaltijd.