Examples of using "речь»" in a sentence and their dutch translations:
Hij hield een rede.
- Waarover gaat het?
- Waar gaat het over?
Waar heb je het over?
Zijn toespraak beroerde ons.
Niets te danken!
- Haar toespraak was uitmuntend.
- Haar speech was uitstekend.
Hij hield een rede.
Wat is ermee?
- Hij hield een rede.
- Hij hield een toespraak.
- Hij hield een redevoering.
- Dat was een goede speech.
- Dat was een goede toespraak.
Haar toespraak ontroerde het publiek.
Daar gaat het niet over.
- Niemand luisterde naar de toespraak.
- Niemand luisterde naar de speech.
Waar gaat het over?
- Niemand luisterde naar de toespraak.
- Niemand luisterde naar de speech.
- Haar toespraak was uitmuntend.
- Haar speech was uitstekend.
- Zijn speech was uitstekend.
Ik dacht dat bij kinderen
Haar toespraak was zeer scherpzinnig.
Het woord toont wat de hersenen waard zijn.
- Hij sprak.
- Hij was aan het spreken.
Ik zal mijn betoog resumeren.
Het betreft uw kat.
Zijn toespraak maakte indruk op de toehoorders.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Zijn toespraak werd onthaald op een enthoesiast applaus.
Zijn lange toespraak verveelde ons allen.
Ik heb nog nooit een toespraak gehouden.
- Maria oefende haar toespraak voor de spiegel.
- Maria heeft haar toespraak voor de spiegel geoefend.
- Maria oefende haar speech voor de spiegel.
- Maria heeft haar speech voor de spiegel geoefend.
Waarover gaat het?
Ik wil beginnen met een citaat van Helen Keller,
Het gaat over het begrijpen van onze plaats in het universum.
Dan trek ik het wat breder open.
Praat ik nu over biologie, of heb ik het over geologie?
Moet ik een toespraak houden?
Tom zegt dat hij gevraagd werd om een toespraak te geven.
Het is niet dat ik digitaal of technologie afwijs.
Zijn voordracht was ondraagbaar saai.
Het kan alleen maar over hen gaan.
Nu we het toch over vreemde talen hebben, spreken jullie Frans?
Als het om zoetigheid gaat, kan ik mij echt niet inhouden.
Wat liefde betreft, zijn vrouwen experts en mannen eeuwige groentjes.
Ik weet niet waar we het over hebben.
Het ging niet om de hoogste berg ter wereld, maar om de hoogste berg van Europa.
Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.
Hun gesprek ging over hun reis.
Waar praten jullie over?
- Waar heb je het over?
- Waar praat je over?
- Waar hebt u het over?
- Waar praten jullie over?
- Wat bedoel je daarmee?
- Waar heb je het over?
- Waar praat je over?
- Waar hebt u het over?