Examples of using "9" in a sentence and their dutch translations:
De school begint om negen uur.
Het is al negen uur.
Ze kwamen in New Delhi aan op 9 juli.
Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
- Om 9 uur gaat de winkel open.
- De winkel gaat open om 9 uur.
Sami droeg een 9mm-pistool.
U kan ontbijten tussen zeven en negen uur.
Is telefoneren na 9 uur goedkoper?
U kan ontbijten tussen zeven en negen uur.
Als een man elf schapen had en alle behalve negen stierven, hoeveel schapen zou hij dan nog hebben?