Examples of using "KÖtÜ" in a sentence and their dutch translations:
Is het erg?
Tom is slecht.
Ik voelde me slecht.
Zijn we kwaadaardig?
Dit is niet goed.
Dit is niet goed.
- Het stinkt.
- Het ruikt slecht.
- Je ziet er verschrikkelijk uit.
- U ziet er verschrikkelijk uit.
- Jullie zien er verschrikkelijk uit.
- Ze zijn kwaadaardig.
- Zij zijn kwaadaardig.
- Jammer.
- Helaas.
- Jammer!
Pech!
Zombies zijn slecht.
Ik voelde me slecht.
- Is het erg?
- Is het slecht?
zal bijdragen aan de verdere opwarming
Zijn ze kwaadaardig?
Hij stinkt behoorlijk.
Dit is niet goed.
óf kiplekker óf onwel,
Slecht idee.
We denken dat het ergste voorbij is.
Raak niet betrokken met slechte mannen.
Het vlees smaakt slecht.
Hij heeft zich slecht gedragen.
Ik heb slecht nieuws.
Wat is het slechte nieuws?
Ik hou niet van stoute jongens.
Het stinkt.
Mijn arm doet vreselijk pijn.
De sokken stinken.
Je bent vrij goed.
Tom is slecht.
Het is een slechte investering.
De sokken stinken.
Ik heb slechte adem.
Ik voelde me slecht achteraf.
De vis stinkt.
Alles is slecht.
Ze voelde zich slecht.
Ik weet dat het moeilijke tijden zijn.
- Jouw Engels klinkt niet lelijk.
- Je Engels klinkt niet lelijk.
Het is erger dan ik dacht.
Tom ruikt vreselijk.
Het eindigde slecht.
Het is zeer beschadigd.
Dat was niet slecht.
De weg is in slechte staat.
Voel je niet zo slecht.
Deze appel is slecht.
Dat viel wel mee.
Mijn tante is misselijk.
Ik voelde me slecht.
Het is slecht weer.
Dat ziet er niet zo slecht uit.
Het was een slechte keuze.
Mijn auto is in slechte staat.
- Jessie sprak slecht Frans en nog slechter Duits.
- Jesse spreekt slecht Frans en nog slechter Duits.
Hij ziet slecht.
Hij ziet slecht.
Het is de slechtste grap die ik ooit heb gehoord.
Dat was een slechte beslissing.
wie demoniseer jij?
Het is niet zo erg als het lijkt.
Wees geen slechte jongen.
- Voel je je niet helemaal goed?
- Voelt u zich wat ziekjes?
- Zit het weer wat tegen?
- Voelt u zich wat slapjes?
Toen ze het verschrikkelijke nieuws hoorde, viel ze in zwijm.
Ze werd heel ziek.
Tom was ernstig in elkaar geslagen.
Ze is best slecht in tennis.
Slecht weer is geen hinderpaal.
Nu voel ik me slecht.
Hij spreekt slecht Frans.
Ik vind mijn Japans erg slecht.
- Wat een slechte film!
- Wat voor een slechte film.
Dat is een slecht plan.
Ik heb slecht nieuws voor je.
Tom is een slechte student.
Tom is vreselijk in wiskunde.
Het is slecht voor je.
Het was een slechte film.
Je spreekt beroerd Nederlands.
Het was een slechte film.
- Dit ei ruikt slecht.
- Dit ei stinkt.
Dat lijkt erg slecht.
Maar de huidige situatie is niet goed.
Dat was een slecht konijn.
Volgens hem valt zijn armoede te wijten aan pech.
- De situatie is slechter dan we dachten.
- De situatie is erger dan we dachten.
Jij bent een gemeen persoon.
Zo slecht was je nu ook niet.
Dit is een slecht idee.