Translation of "منزل" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "منزل" in a sentence and their dutch translations:

طرق باب كل منزل.

Langs de deuren gaan.

بنينا قرابة 1500 منزل.

We hebben zo'n 1500 huizen gebouwd.

- هذان منزلان معاً، صحيح؟ - منزل مزدوج، نعم. منزل مزدوج، بأرضيّة واحدة والجزء العلوي.

Zijn deze huizen samen? -Ja, ze zijn dubbel. Met vloeren en 't modulaire deel erop.

أردتُ أن أكون ربّة منزل فحسب.

Ik wilde moeder worden en echtgenote.

نحن نريد شراء منزل فى بوسطن.

We willen in Boston een huis kopen.

هذا القلب الأزرق منزل يمكنك الوقوف داخله

Dit blauwe hart een huis waarin je kan rechtopstaan.

هل تعرف كيف أصل إلى منزل توم؟

Weet jij hoe je bij Toms huis komt?

بعد عدة أسابيع كنت في منزل صديقٍ لي،

Enkele weken later was ik bij een vriend thuis.

تفضل بزيارة منزل كانشا شيربا في خرائط ‏Google

Bezoek het huis van Kancha Sherpa op Google Maps

ماذا لو لم يكن لدي منزل، إذا كنت متشردًا،

wat als ik niet eens een huis heb, als ik dakloos ben,

- كان لكل بيت حديقة.
- كان هناك حديقة عند كل منزل.
- كانت هناك حديقة عند كل بيت.

Elk huis had een tuin.