1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-English
  4. Oplichter

Translation of "Oplichter" in English

0.003 sec.

Examples of using "Oplichter" in a sentence and their english translations:

- Oplichter!
- Kwakzalver!
- Jij oplichter!

You fraud!

- Oplichter!
- Kwakzalver!

- You fraud!
- You charlatan!

Wat een oplichter!

What a phony!

Tom is een oplichter.

- Tom is a con man.
- Tom is a con artist.

Sami is een oplichter.

Sami is a fraud.

Ik weet dat Tom een oplichter is.

- I know that Tom is a con artist.
- I know Tom is a con artist.

- Sami is een fraude.
- Sami is een oplichter.

Sami is a fraud.

Maar hier, te midden van de levenden, voelde ik me een oplichter,

But out here, among the living, I felt like an impostor,