1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-German
  4. Sliepen

Translation of "Sliepen" in German

0.006 sec.

Examples of using "Sliepen" in a sentence and their german translations:

We sliepen.

Wir schliefen.

Ze sliepen.

Sie schliefen.

Zijn voeten sliepen.

Seine Füße waren eingeschlafen.

Sliepen jullie hier?

Hast du hier geschlafen?

- Ze waren aan het slapen.
- Ze sliepen.

- Sie schliefen.
- Sie waren am Schlafen.
- Sie schliefen gerade.

's Nachts sliepen zij op de vloer.

In der Nacht schliefen sie auf dem Boden.

Als hij terug thuiskwam, sliepen de kinderen al.

Als er nach Hause zurückkam, schliefen die Kinder bereits.

- Alle kameraden sliepen.
- Alle kameraden waren in slaap.

Alle Kameraden schliefen.