1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-Portuguese
  4. Boodschappen

Translation of "Boodschappen" in Portuguese

0.004 sec.

Examples of using "Boodschappen" in a sentence and their portuguese translations:

Ze gaan boodschappen doen.

- Elas vão fazer compras.
- Eles vão às compras.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

- Eu faço compras todas as manhãs.
- Eu faço compras toda manhã.

Doe je iedere dag boodschappen?

Você vai fazer compras todos os dias?

Kun je boodschappen voor me doen?

- Você pode fazer compras por mim?
- Podes fazer compras por mim?

- Ik moet gaan winkelen.
- Ik moet boodschappen gaan doen.

Tenho que sair para fazer compras.

Ik moet boodschappen doen. Ik ben over een uur terug.

- Eu tenho que fazer compras. Voltarei em uma hora.
- Eu tenho que comprar algumas coisas. Estarei de volta daqui a uma hora.

Ik moet boodschappen gaan doen, ik ben er over een uur weer.

Tenho que fazer compras. Volto daqui a uma hora.

- Ik ben aan het kopen.
- Ik ben bezig met aankopen.
- Ik ben boodschappen aan het doen.

- Eu estou fazendo compras.
- Eu estou comprando.

- Ik moet inkopen gaan doen, ik ben over een uur terug.
- Ik moet boodschappen doen. Ik ben over een uur terug.

Eu tenho que fazer compras. Voltarei em uma hora.