Examples of using "Fluiten" in a sentence and their turkish translations:
Ik kan niet fluiten.
- Islık çalamam. - Ben ıslık çalamam.
Hij kan niet fluiten.
O ıslık çalamaz.
- Tom fluit. - Tom is aan het fluiten.
Tom ıslık çalıyor.
's Morgens begonnen de vogeltjes te fluiten.
Kuşlar sabah şarkı söylemeye başladı.
- Daar kun je naar fluiten! - Dat kun je op je buik schrijven! - Dat kun je vergeten! - Vergeet het maar!
Üstüne bir bardak su iç!
- Vergeet hem. - Vergeet dat. - Daar kun je naar fluiten! - Dat kun je op je buik schrijven! - Vergeet het maar! - Vergeet het. - Vergeet 't maar! - Schei uit.