1. Home
  2. Translation in context
  3. English-Dutch
  4. Bakery

Translation of "Bakery" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Bakery" in a sentence and their dutch translations:

Where is there a bakery?

- Waar is de bakker?
- Waar is de bakkerij?

The bakery is on Pino Street.

De bakkerij bevindt zich in de Pinostraat.

The bakery is around the corner.

De bakkerij is om de hoek.

Excuse me. Where is the bakery?

Excuseer. Waar is de bakkerij?

I'm in front of the bakery.

Ik sta voor de bakkerij.

You sent bread from your bakery.

- Je hebt een brood gezonden uit je bakkerij.
- Je hebt brood van je bakkerij gestuurd.

The bakery is near the butcher shop.

De bakkerij is in de buurt van de slagerij.

The bread from this bakery is excellent.

Het brood van deze bakkerij is uitstekend.

The bakery is on the street corner.

De bakker zit op de hoek.

This bakery has the best pastries in town.

Deze bakkerij heeft de beste gebakjes van de stad.

She is buying a cake in the bakery.

Ze is een taart aan het kopen in de bakkerij.

- The girl who works at the bakery is pretty.
- The young woman who works at the bakery is pretty.

Het meisje dat in de bakkerij werkt, is knap.

The girl who works at the bakery is pretty.

Het meisje dat in de bakkerij werkt, is knap.

The girl who works at the bakery is cute.

- Het meisje dat in de bakkerij werkt, is knap.
- Het meisje dat in de bakkerij werkt, is lief.

Our people don't take a taxi to the bakery.

Onze mensen gaan niet met de taxi naar de bakker.

I don't buy my bread at the supermarket. I go to the bakery.

Ik koop mijn brood nooit in de supermarkt. Ik ga naar de warme bakker.