Examples of using "Bear’" in a sentence and their dutch translations:
Mooi.
Tom schoot een beer neer.
Zie je dat?
Prachtig.
Soldaten dragen wapens.
Vertrouw de beer!
De beer gromt.
- Ik kan deze pijn niet verdragen.
- Ik kan niet tegen deze pijn.
Een beer heeft hem gedood.
Een beer verscheurde hem.
Het wordt minder licht.
Ik heb 'n probleem.
Hoor je dat?
Zie je dat?
Daar is de helikopter.
We doen het.
Hij is best snel.
Bear aan Helo 1...
Nu de beer bezig is...
- zal er niet aan denken'.
De beer bijt zichzelf.
Ik kan het niet verdragen.
De beer is groot.
Ik kon het niet verdragen.
Wiens beer is het?
Hier leeft een beer.
De beer is zwart.
Is dat een beer?
Tom kan het niet verdragen.
Ik heb een beer neergeschoten.
Een beer verscheurde Tom.
Een beer doodde Tom.
Sami schoot de beer neer.
Hij zag een beer.
- Een beer viel Tom aan.
- Een beer heeft Tom aangevallen.
Houdt het ijs?
De beer at een appel.
Ik kan het niet langer volhouden.
Wat?! Je hebt mijn chocolade beer opgegeten?!
Kijk hier eens.
Wacht eens, kijk.
Het wordt donker.
Het wordt snel donker.
Het wordt snel donker.
Helo 1... ...dit is Bear.
In beweging blijven.
Dit is ongelooflijk.
Vergeet niet dat jij de baas bent.
Oké, daar gaan we.
Dit is vrij ondiep.
Ik schakel hulp in.
Daar hebben we het.
We hebben vooruitgang geboekt,
En Bjarki betekent 'kleine beer'.
Mayuko kan het alleen leven niet aan.
De beer rende achter me aan.
Ze noemde haar beer Ted.
Ik kan de pijn niet verdragen.
Ze hebben een beer levend gevangen.
De jager schoot een beer neer.
"Houd rekening met de doelstellingen.
Ze heeft een beer afgeschrikt.
De beer at een appel.
Ik kan deze gast niet uitstaan.
Ik kan het niet verdragen om alleen te leven.
Ik kan het niet meer verdragen.
- Ik kan deze pijn niet verdragen.
- Ik kan niet tegen deze pijn.
Een beer schreef het verhaal.
Ik mis mijn teddybeer.
Een beer stak de snelweg over.
Ik heb gisteren een beer gezien.
Waar is zijn teddybeer?