Examples of using "Gotta" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet weg.
Vis moet zwemmen.
Ik moet dringend gaan pissen.
Jongens, ik moet ervandoor.
- Pak ze nu op!
- Grijp ze nu!
Je moet een beslissing nemen.
Dat is gaaf.
- Het is laat, ik moet gaan.
- Het wordt laat, ik moet gaan.
Ik moet ervandoor.
- Ik moet ervandoor.
- lk moet gaan.
- Ik moet weg.
En ik moet op alles voorbereid zijn. Geen gepruts. Het moet instinctief zijn.
En dan moet je voorzichtig zijn.
Iemand moet het doen.
Je moet voorzichtig zijn met paragliden van hoge bergen.
Maar met deze sneeuw moet je slimmer zijn.
Wees voorzichtig op bevroren meren.
...maar als het zo sneeuwt moet je slimmer zijn.
Pak je afstandsbediening. Je moet een beslissing nemen.
Pak je gamecontroller. Je moet een beslissing nemen.
Jongens, ik moet ervandoor.
Spring. Pak hem. En pin hem aan de bodem.
Ik moet voorzichtig zijn met deze fakkel. Dat zou wel eens buskruit kunnen zijn.
Ik moet pissen.
- Ik moet gaan.
- lk moet gaan.
Het is laat, ik moet gaan.
Het dodemansanker, een moedige keus. Eerst graven we een greppel.
Daar ga ik niet mee vechten. We gaan naar beneden.
Als je hier beren hebt... ...dan moeten we dubbel voorzichtig zijn.
Dus we moeten zo veel mogelijk giftige dieren vangen.
Dat moet wel een grap zijn!
Kom op, je kunt het. Het is aan jou. Je moet een beslissing nemen.
Ik moet pissen.
Ik ga.
Komaan! Je moet op z'n minst de nacht doorbrengen. We hebben je al zo lang niet meer gezien.
Eerste regel bij katten: ren nooit weg... ...dat zorgt voor een instinctuele jachtreactie.
Maar het probleem is natuurlijk dat ze terug moet. Aan de andere kant pikt de haai haar geur weer op.
Ik moet nu gaan.
We moeten die antistoffen vervangen. Dus we moeten zo veel mogelijk giftige dieren vangen.
We moeten die antistoffen vervangen. Dus we moeten zo veel mogelijk giftige dieren vangen.
lk moet gaan.