1. Home
  2. Translation in context
  3. English-Dutch
  4. Pork

Translation of "Pork" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Pork" in a sentence and their dutch translations:

I am not pork.

Ik ben geen varkensvlees.

I don't eat pork.

Ik eet geen varkensvlees.

Do you eat pork?

- Eet je varkensvlees?
- Eet u varkensvlees?
- Eten jullie varkensvlees?

Pork has a lot of fat.

In varkensvlees zit veel vet.

How can one live without pork?

Hoe kan je zonder varkensvlees leven?

I don't eat pork at all.

Ik eet helemaal geen varkensvlees.

Muslims don't eat pork because it's dangerous meat.

Moslims eten geen varkensvlees omdat het gevaarlijk vlees is.

As for me, I like chicken better than pork.

Persoonlijk heb ik liever kip dan varkensvlees.

Mom buys a large slice of pork every Wednesday at the butcher's.

Moeder koopt elke woensdag een grote lap varkensvlees bij de slager.

That's why ostrich meat costs more than twice as much as beef and pork.

Daarom kost struisvogelvlees meer dan twee keer zoveel als rund- en varkensvlees.