Examples of using "Ripe" in a sentence and their dutch translations:
De appels zijn rijp.
Zijn deze bananen rijp?
Deze pruimen zijn rijp.
Rijpe bananen hebben een gele kleur.
Deze druiven zijn rijp.
Deze zijn nog niet rijp.
De pruimen waren rijp.
Deze bananen zijn niet rijp.
Wij hebben enkel rijp fruit verzameld.
Hoe weet je wanneer een ananas rijp is?
Hoe weet je of een ananas rijp is?
Een groene banaan is niet rijp genoeg om te eten.