Examples of using "Rival" in a sentence and their dutch translations:
- Ze is mijn rivaal.
- Zij is mijn rivaal.
Hij is mijn rivaal.
Een rivaliserend mannetje.
Want dit is nog steeds in overeenstemming met rivaliserende theorieën.
Maar dat is ook in overeenstemming met de rivaliserende theorie.
de data kunnen ook overeenstemmen met rivaliserende theorieën.
Het kan nog steeds consistent zijn met rivaliserende theorieën.
Zijn rivaal voegt ook iets toe.
We hebben in de prijzenstrijd van onze rivaal verloren.
van generaal Brune, terwijl anderen geïrriteerd waren door zijn luide en opschepperige manier van doen.
Waar het kwaliteitswijn betreft is er geen land dat Frankrijk kan evenaren.