Examples of using "Shaving" in a sentence and their dutch translations:
- Tom scheert zich.
- Tom is zich aan het scheren.
- Tom heeft een hekel aan scheren.
- Tom haat scheren.
Ik heb me gesneden bij het scheren.
Ik heb mij verwond bij het scheren.
Vader is zich aan het scheren in de badkamer.
Vader is zich aan het scheren in de badkamer.
Ik heb me vanmorgen gesneden bij het scheren.
Mijn vader is zich aan het scheren in de badkamer.