Examples of using "Skura" in a sentence and their dutch translations:
Skura kreeg een miskraam.
Skura ademde uit.
Skura reed achteruit.
- Skura had een overdosis.
- Skura heeft een overdosis gehad.
Skura is vertrokken.
Skura getuigde.
Skura weet ervan.
Ik rende Skura voorbij.
Skura zit in de gevangenis, Salas.
Yanni en Skura zeiden ja.
- Yanni en Skura houden hun kamer altijd schoon.
- Yanni en Skura ruimen altijd hun kamer op.
Yanni gebruikte een nylon snoer om Skura te wurgen.