Examples of using "Surrounded" in a sentence and their dutch translations:
- We zijn omsingeld.
- We zijn omringd.
We waren omsingeld.
We zijn omringd door zombies.
Japan is omringd door de zee.
Tom werd omringd door dolfijnen.
was mijn oma omringd met mensen,
De politie heeft het gebouw omsingeld.
Ze zat omringd door haar kleinkinderen.
Ze zat omringd door haar kinderen.
Het huis is omringd door zombies.
Het kasteel wordt omringd door bomen.
Het meer is omringd door groene heuvels.
Lesotho is volledig omringd door Zuid-Afrika.
Italiƫ wordt omringd door de Middellandse Zee.
- Tom was omringd door al zijn vrienden.
- Tom stond met al zijn vrienden om zich heen.
- Maria stond met al haar vrienden om zich heen.
- Maria was omringd door al haar vrienden.
Ik zie dat ik omringd ben door vijandige gezichten.
Braziliƫ grenst aan tien landen en de Atlantische oceaan.
Na een wanhopige laatste stand, lag Hrolf dood, omringd door zijn kampioenen.
Omringd door Kozakken en tot 800 strijders, vormden ze een vierkant en bleven ze in beweging.