Examples of using "Nousin" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben om zeven uur opgestaan.
Zo snel mogelijk naar boven.
- Ik stond op toen het nog donker was.
- Ik ben opgestaan toen het nog donker was.
Ik lette niet goed op en ben per ongeluk in de verkeerde bus terechtgekomen.