1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Écosse

Translation of "Écosse" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Écosse" in a sentence and their dutch translations:

Je vais en Écosse.

Ik ga naar Schotland.

Il est en Écosse.

- Hij is in Schotland.
- Hij zit in Schotland.

Sa sœur vit en Écosse.

Haar zus woont in Schotland.

C'est comment en Écosse, l'été ?

Hoe is Schotland in de zomer?

Je repousserai mon voyage en Écosse jusqu'à ce qu'il fasse plus chaud.

- Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
- Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.

Je vais repousser ma visite en Écosse jusqu'à ce qu'il fasse plus chaud.

- Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
- Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.