Examples of using "Allais" in a sentence and their dutch translations:
- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?
Ik vroeg me af of je vandaag zou komen opdagen.
- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?
Ik wist dat je dat ging vragen.
- Heb je besloten waar je kerstavond gaat vieren?
- Hebt u besloten waar u kerstavond gaat vieren?
- Hebben jullie besloten waar jullie kerstavond gaan vieren?
Ik dacht dat je thuis ging blijven.
- Waar waren jullie?
- Waar ging je heen?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar ging je net heen?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?