Examples of using "Ball " in a sentence and their dutch translations:
Ik speel graag basketbal.
Ik houd ervan honkbal te spelen.
Houden jullie van baseball?
Hou je van baseball?
Hij is een volleybalspeler.
Ik volleybal veel.
Tom kan voetballen.
Mike speelt graag basketbal.
We hebben gisteren gehonkbald.
Hij gaat morgen honkbal spelen.
Ik speelde vaak honkbal toen ik jong was.
Ik ben lid van het basketbalteam.
Joko is de aanvoerder van de volleybalploeg.
Een basketbalploeg bestaat uit vijf spelers.
Mike kan niet goed basketballen.
- Ik houd ervan honkbal te spelen.
- Ik hou ervan honkbal te spelen.
Wie is de manager van dat honkbalteam?
U kunt beter ergens anders baseball gaan spelen.
Ik speel basketbal.
Ik speel graag basketbal.
Aangezien het regenachtig was, werd de honkbalwedstrijd afgelast.
- Vind je volleyballen leuk?
- Vindt u volleyballen leuk?
- Vinden jullie volleyballen leuk?
Hij is verreweg de beste honkbalspeler bij ons op school.
We hebben gisteren gehonkbald.
Ik kijk graag naar honkbal wedstrijden.