Examples of using "Banc" in a sentence and their dutch translations:
op een bankje.
Laten we op de bank zitten.
Zet u op de bank.
De bank is van hout.
- Waarom hebben jullie de bank rood geschilderd?
- Waarom heeft u de bank rood geschilderd?
- Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Waar is de dichtstbijzijnde bank?
Ze zaten op een bank in het park.
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
We zaten op een bank in het park.
Die twee daar op de bank waren Amerikanen.
Ze zaten op een bank in het park.
De oude man zit op de bank en slaapt.
Maar gedesoriënteerd en gescheiden van de school... ...zijn ze een makkelijke prooi.
Er was een geweldige dag. Een grote school droomvissen.
Ik zag een jonge men liggen op de bank onder de kerselaar in het park.
Waarom hebben jullie de bank rood geschilderd?
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Een zwaarlijvige man zit op de bank. Hij kreeg een anonieme brief, waarin stond: "Hé dikzak! Ooit gehoord van afvallen?!" Niemand weet dat hij last heeft van een stofwisselingsziekte.