Examples of using "Bizarres" in a sentence and their dutch translations:
Ze waren vreemd.
- Ze zijn raar.
- Zij zijn raar.
...vol bizarre wezens...
- Het werd vreemd.
- De dingen werden raar.
- Het liep fout.
Hij heeft vreemde ideeën.
...is de thuishaven van een aantal bizarre nachtwezens.
- Je bent raar.
- U bent raar.
- Jullie zijn raar.
- Je bent vreemd.
- U bent vreemd.
- Jullie zijn vreemd.
- Je bent apart.
- Jij bent apart.
- Jullie zijn apart.
- Ik heb de laatste tijd zeer eigenaardige e-mails ontvangen.
- Ik heb sinds geruime tijd zeer vreemde e-mails gekregen
- Ik heb de laatste tijd zeer eigenaardige e-mails ontvangen.
- Ik heb sinds geruime tijd zeer vreemde e-mails gekregen
- Sinds enige tijd ontvang ik zeer rare e-mails.
Waar heb je die vreemde schoenen vandaan?