Examples of using "Compare" in a sentence and their dutch translations:
Vergelijk de feiten.
Vergelijk de kopie met het origineel.
- Vergelijk jouw antwoorden met die van de professor.
- Vergelijk jouw antwoorden met die van de leraar.
Vergelijk jouw antwoord met dat van Tom.
Vergelijk nooit je vrouw met een andere vrouw.
Vergelijk me niet met een filmster.
Vergelijk nooit je vrouw met een andere vrouw.
Vergelijk me alsjeblieft niet met hem.
Vergelijk dit echt, waardevol juweel met de imitatie.
Vergelijk me alsjeblieft niet met m'n broer.
Vergelijk uw vertaling met de zijne.
- Vergelijk uw antwoord met dat van Tom.
- Vergelijk jouw antwoord met dat van Tom.
Men vergelijkt het leven dikwijls met een reis.
Londen is klein vergeleken met Tokio.
In vergelijking met Tokio is Londen klein.
Ik ben geen partij voor hem.