1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Employer

Translation of "Employer" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Employer" in a sentence and their dutch translations:

Ils doivent employer d'autres sens.

Ze zijn afhankelijk van andere zintuigen.

Je peux employer mon temps de manière plus profitable.

Ik kan mijn tijd nuttiger besteden.

Elle est 20 % plus lourde que lui, il doit employer toute sa force pour la tenir.

Ze weegt 20 procent meer, dus hij heeft al zijn kracht nodig om haar vast te houden.

La ponctuation allemande est pédante, l'anglaise est anarchique, quant à l'espéranto, Monsieur Zamenhof nous y a invité à employer les règles de nos langues natales. Alors quoi ?

De Duitse interpunctie is pedant, de Engelse is chaotisch, en voor Esperanto raadde dr. Zamenhof ons aan onze moedertaal als leidraad te gebruiken. Hoe dan?