1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Espagnole

Translation of "Espagnole" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Espagnole" in a sentence and their dutch translations:

Marie est Espagnole.

Maria is Spaans.

Je suis espagnole.

Ik ben Spaanse.

Je sais qu'elle est Espagnole.

Ik weet dat ze Spaanse is.

- Je suis espagnole.
- Je suis espagnol.

Ik ben Spaans.

- Veuillez lier cette phrase à sa version espagnole.
- Veuillez lier cette phrase à la phrase espagnole.

Gelieve deze zin te linken aan de Spaanse.

La Casa De Papel est la meilleure série espagnole.

La Casa De Papel is de beste Spaanse serie.

La côte espagnole est soumise à une urbanisation extrêmement intensive.

De Spaanse kust is blootgesteld aan een buitengewoon intensieve verstedelijking.

Les travaux de construction incessants sur la côte espagnole menacent l'environnement.

De aanhoudende bouwwerkzaamheden aan de Spaanse kust bedreigen het milieu.

Leur première bataille ensemble, contre l'armée espagnole du général Blake, se termina par une

Hun eerste gevecht samen, tegen het Spaanse leger van generaal Blake, eindigde in een vernederende

Il a vaincu une force espagnole plus importante à Sagonte… puis a pris la grande ville de Valence,

Hij versloeg een grotere Spaanse troepenmacht bij Saguntum ... en nam toen de grote stad Valencia in, samen

La langue des signes est différente aux USA et au Royaume-Uni. La langue des signes au Mexique est également différente de la langue des signes espagnole.

De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben verschillende gebarentalen. De Mexicaanse Gebarentaal is eveneens verschillend van de Spaanse Gebarentaal.