Examples of using "Facture " in a sentence and their dutch translations:
Stuur me de rekening.
Hier is de rekening.
Stuur me de rekening.
Stuur me de rekening.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Mag ik de rekening?
Bij het pakje zat een factuur.
Wie gaat de rekening betalen?
Hier is de rekening.
De rekening bedroeg 100 dollar.
Ze kreeg vandaag de elektriciteitsrekening.
Hier is de rekening.
Er staat een fout in de rekening.
Zodra ik met heroïne stop, betaal ik deze factuur.
De telefoonrekening was zeer hoog deze maand.
- Er is een fout in de rekening.
- Er is een fout in de berekening.
- Er staat een fout in de rekening.
Ik haal geld weg van de ene rekening, en stop 't in de andere.
Ik betaal wel.