Examples of using "Garçon " in a sentence and their dutch translations:
Kelner, ik zou willen betalen!
Waar is de jongen?
Wie is dat joch?
- Waar heb je de jongen gezien?
- Waar hebben jullie de jongen gezien?
- Waar heeft u de jongen gezien?
Zijt ge al verliefd geweest op een jongen?
Waar heeft u de jongen gezien?
Waar is je mama, jongetje?
Waar heb je de jongen gezien?
Waar is de jongen?
Wie is die jongen?
Waar is je mama, jongetje?