Examples of using "Gratuit" in a sentence and their dutch translations:
't Is gratis.
Dit is een gratis krant.
Dit is gratis.
Alles is gratis.
Deze is gratis.
De krant is gratis.
Het festival is gratis.
Het strooibiljet is gratis.
Deze krant is gratis.
Deze brochure is gratis.
- Dit is gratis.
- Het is gratis.
- 't Is gratis.
Dit is een gratis krant.
- Dit gesprek is gratis.
- Deze oproep is gratis.
- Dit telefoontje is gratis.
Deze software is gratis.
Niks is gratis.
Tom heeft een gratis reis naar Boston gewonnen.
Maria heeft een gratis reis naar Tunesië gewonnen.
of gratis toegang tot sociale-media-accounts ...
Deze tuin is open voor het publiek en gratis.
Hier mag ik vrij surfen op het internet omdat de dienst gratis is.