Translation of "Jeta" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Jeta" in a sentence and their dutch translations:

Elle jeta un regard dans sa direction.

Zij wierp een blik in zijn richting.

L'homme jeta sa flûte dans le lac.

- De man gooide zijn fluit in het meer.
- De man wierp zijn fluit in het meer.

Il jeta un coup d'œil à sa montre.

Hij keek op zijn horloge.

Le garçon jeta une pierre sur la grenouille.

De jongen gooide een steen naar de kikker.

Tom jeta un coup d'œil à sa montre.

Tom wierp een blik op zijn horloge.

Marie jeta ses bras autour du cou de Tom.

Maria gooide haar armen om Toms nek.

- Elle jeta un regard alentour.
- Elle a regardé aux alentours.

Ze keek rond.

Marie jeta les vêtements de son petit ami dans le feu.

Maria gooide de kleren van haar vriendje in het vuur.

Hardrada se jeta au cœur du combat, sans armure, brandissant son épée à

Hardrada wierp zich in het heetst van de strijd, ongewapend, zijn zwaard met

- Marie a jeté les vêtements de son petit ami dans le feu.
- Marie jeta les vêtements de son petit ami dans le feu.

- Maria heeft de kleren van haar vriendje in het vuur gegooid.
- Maria gooide de kleren van haar vriendje in het vuur.