Examples of using "Jours" in a sentence and their dutch translations:
Geef me vijf dagen.
Een week telt zeven dagen.
Tien dagen gingen voorbij.
Een week telt zeven dagen.
Veertig dollar voor zeven dagen.
Ik wil een paar dagen blijven.
Neem een paar dagen vrij.
Ik wil een paar dagen blijven.
Het regende dagenlang.
De storm duurde twee dagen.
- Hij kwam twee dagen later terug.
- Hij kwam twee dagen later weer terug.
Maar dan een paar dagen later
Haar dagen zijn geteld.
Ik bel je over een paar dagen.
Het regende vijf opeenvolgende dagen.
Een week telt zeven dagen.
Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.
- Spreek je elke dag Frans?
- Spreekt u elke dag Frans?
- Spreken jullie elke dag Frans?
Zij zullen hier een paar dagen blijven.
Het sneeuwde gedurende vier dagen.
Ze hebben betere dagen gezien.
- Ze is al drie dagen weg.
- Ze is al drie dagen afwezig.
Ik blijf haar elke dag opzoeken.
Ik denk er elke dag over.
Ik zal binnen drie dagen antwoorden.
- Ik zwem elke dag.
- Ik zwem iedere dag.
Ik lunch elke dag.
Ik loop iedere dag.
Ik ren elke dag.
Ik vertrek over drie dagen.
Een week telt zeven dagen.
Ik gebruik Google elke dag.
We hebben nog drie dagen.
Kerstmis is pas over drie dagen.
Ik kom iedere dag.
De storm duurde twee dagen.
Het is niet alle dagen zondag.
Maak elke dag een wandeling.
Hij kwam twee dagen later weer terug.
Dit kaartje is geldig voor drie dagen.
Ik heb nog enkele dagen de tijd nodig.
Ik neem elke dag een bad.
Ik neem een paar dagen vrij.
Uit hoeveel dagen bestaat een schrikkeljaar?
Ik heb twee dagen niet geslapen.
Leer je elke dag Frans?
- Eet jij elke dag rijst?
- Eet u elke dag rijst?
- Eten jullie elke dag rijst?
- Drinkt u elke dag alcohol?
- Drink je elke dag alcohol?
van de geologische tijd tot op heden met ze doornam,
en na 10 dagen verdwijnt het in één nacht
Hij stierf 3 dagen daarna.
Ze hebben betere dagen gezien.
In de winter wordt het vroeg donker.
Het regent al twee dagen.
Tom neemt een paar dagen vrij.
Kerstmis is pas over een paar dagen.
Ik zal hier meerdere dagen blijven.
- Ik zal hier een paar dagen blijven.
- Ik blijf hier voor een paar dagen.
Het bleef drie dagen regenen.
- De regen duurde vijf dagen.
- Het regende vijf dagen.
Hoeveel dagen ga je blijven?
Zij zullen hier een paar dagen blijven.
Dit kaartje is geldig voor drie dagen.
Het regende vijf opeenvolgende dagen.
Regendagen ontmoedigen me.
Ik zwem bijna elke dag.
Het is drie dagen geleden.
Kerstmis is over enkele dagen.
Ik tel ze elke dag.
Er zijn nog drie dagen tot Kerstmis.