Examples of using "Lisait" in a sentence and their dutch translations:
Hij las.
Tom las.
Zij las.
Maria las.
- Hij las erg veel.
- Hij las echt veel.
Hij las erg veel.
Thuis las hij altijd liggend.
- Tom is in slaap gevallen tijdens het lezen.
- Tom is tijdens het lezen in slaap gevallen.
Op het moment dat ze binnenkwam, had hij twee uur gelezen.
Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".