Translation of "Ment " in Dutch

Hij liegt.

- Hij liegt.
- Zij liegt.

Hij liegt.

- Tom liegt.
- Tom is aan het liegen.

Hij liegt.

- Iemand liegt.
- Er liegt iemand.
- Iemand is aan het liegen.

Kennelijk liegt Tom.

Hij liegt automatisch.

Tom liegt constant.

Liegt Tom?

Hij liegt niet.

Hij liegt nooit.

Zij liegt nooit.

Iedereen liegt.

Zij is een goede leugenaar.

Tom liegt niet.

Maar... ...dit ding liegt niet.

Maar dit ding liegt niet.

Ik denk dat Tom liegt.

- Hij liegt dat de muren kraken.
- Hij liegt dat hij zwart ziet.

Ze liegt over haar leeftijd.

"Liegt hij?" "Uiteraard."

Ze liegt de hele tijd tegen me.

- Hij is een goede leugenaar.
- Hij kan goed liegen.
- Zij kan goed liegen.
- Zij is een goede leugenaar.

- Tom liegt dat het gedrukt staat.
- Tom liegt glashard.

Ik geloof Naomi niet; ik denk dat ze liegt.

Geloof haar niet, want ze liegt altijd.

DNA liegt niet.

Ik geloof Naomi niet; ik denk dat ze liegt.

Ik geloof Naomi niet; ik denk dat ze liegt.

Hij liegt niet.

Haar verhaal kan niet waar zijn. Ze liegt vaak.

- Tom liegt constant.
- Tom is altijd aan het liegen.

- Tom liegt misschien.
- Misschien liegt Tom.

Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!

Haar verhaal kan niet waar zijn. Ze liegt vaak.