Examples of using "N’as" in a sentence and their dutch translations:
Heb jij het niet koud met korte mouwen aan?
Heb je nog geen middageten gegeten?
Dat wat je niet wil zeggen, hoef je niet te zeggen hoor.
Daar hoef jij je niet voor te verontschuldigen, Tom. Ik ben immers degene die zomaar verliefd op je is geworden.
Wat je niet hebt is beter dan wat je wel hebt.